Het puberbrein: wat gebeurt er tijdens de puberteit? 

De puberteit verschilt per persoon, voor elke jongere is dit anders. Het is belangrijk om als ouder of docent de puberteit te begrijpen. En met jongeren te praten over de risico's van alcohol, drugs en roken.
Meer informatie

Experimenteren met alcohol, drugs en roken

Tijdens de puberteit komen jongeren vaak voor het eerst in aanraking met alcohol, drugs en roken. Ze gaan naar schoolfeestjes, huisfeestjes en later naar dance-evenementen, clubs of discotheken. Op deze plekken krijgen ze vaak drank of drugs aangeboden. Ze experimenteren met hun eerste glas alcohol, de eerste sigaret of zelfs de eerste joint. Als ouder, verzorger of docent is het goed om je bewust te zijn van deze ontwikkelingen en je kennis over alcohol, drugs en het puberbrein te vergroten.

De drie fasen van de puberteit

De puberteit is een periode van grote verandering. De hersenen maken een enorme ontwikkeling door, vooral in gebieden die te maken hebben met emoties en het maken van keuzes. De puberteit verloopt in drie fasen: vroege adolescentie, midden adolescentie en late adolescentie. Elke puber doorloopt deze fasen op zijn of haar eigen tempo. Hieronder lees je meer over de verschillende fases.

Vroege adolescentie (10 tot 14 jaar)

​​​​​​​In de vroege adolescentie veranderen de hormonen en de hersenen, wat het gedrag van jongeren beïnvloedt. Ze reageren vaker emotioneel en gevoelig. Ze handelen impulsief en willen dat hun behoeften direct worden vervuld. Bijvoorbeeld, als ze zin hebben in een ijsje, willen ze dat meteen kopen. In deze fase zijn jongeren extra gevoelig voor groepsdruk en de invloed van hun vrienden.

Midden adolescentie (14 tot 16 jaar)

Tijdens de midden adolescentie ontwikkelen jongeren steeds meer een eigen identiteit. Ze nemen meer risico's en willen experimenteren. Het gevoel van sensatie is belangrijk voor hen, en ze denken vaak niet goed na over de gevolgen van hun gedrag. Dit maakt hun gedrag onvoorspelbaarder. Je kunt bijvoorbeeld merken dat een puber thuis heel verstandig praat over de gevaren van alcohol, maar in de kroeg met vrienden minder nadenkt over de gevolgen.

Late adolescentie (16 tot 22 jaar)

​​​​​​​De late adolescentie is de laatste fase van de puberteit. De hersenen zijn dan verder ontwikkeld, en jongeren beginnen meer rekening te houden met de gevolgen van hun gedrag, zowel sociaal als emotioneel. Ze worden zelfbewuster en ontwikkelen een sterkere eigen identiteit. Ze kunnen beter nadenken over de lange termijn en maken weloverwogen keuzes. Toch komen ze soms nog in situaties waarin ze onvolwassen gedrag vertonen. In deze fase kunnen ze beter weerstand bieden tegen sociale druk van vrienden en de omgeving.

Een individueel proces

De puberteit verschilt per persoon. De genoemde leeftijden zijn alleen een indicatie, en elke jongere doorloopt de fasen op een eigen manier.
Het is belangrijk om als ouder of docent deze fasen te begrijpen en in gesprek te blijven met jongeren over de risico's van alcohol, drugs en roken.

Alcoholgebruik jongeren

Waarom gebruiken jongeren