Componence Asset List

15 januari 2021

Alcohol-voorbeeldfunctie-1+%282%29.jpg
Zien drinken. Doet drinken. Kinderen die hun ouders zien drinken, ontwikkelen gemiddeld positievere verwachtingen over alcoholgebruik vergeleken met kinderen die hun ouders niet zien drinken. Positieve verwachtingen over alcohol en het effect hiervan verhogen vervolgens de kans dat jongeren gaan drinken en dat ze later in de adolescentie grotere hoeveelheden gaan drinken.

Het voorbeeldgedrag van ouders en van andere volwassenen in de omgeving van een kind, doet ertoe: geen alcohol drinken in het bijzijn van kinderen en jongeren verkleint de kans dat ze op jonge leeftijd beginnen met alcoholgebruik.

 

Voor veel kinderen die volwassenen alcohol zien drinken, wordt alcohol aantrekkelijk. Daardoor bestaat het risico dat ze op jonge leeftijd beginnen met drinken en op latere leeftijd te veel en te vaak gaan drinken.

Kinderen ontwikkelen al vanaf hun tweede jaar zogenaamde alcoholcognities: ze leren over alcohol. Vanaf het vierde jaar beginnen kinderen te onthouden wanneer hun ouders drinken. Ook merken ze dat het gedrag van hun ouders verandert, nadat ze hebben gedronken. Vanaf hun zesde jaar hebben kinderen positieve verwachtingen over de effecten van alcohol. Dat betekent dat veel kinderen die hun ouders zien drinken, positiever gaan denken over alcohol dan kinderen die hun ouders niet zien drinken. Dit vergroot de kans dat deze kinderen op jonge leeftijd gaan drinken en later te veel gaan drinken. Kortom: zien drinken, doet drinken.

Door geen alcohol te drinken in het bijzijn van kinderen geef je ze het goede voorbeeld mee.

De campagne 'Zien drinken. Doet drinken.' is opgezet door de Alliantie Alcoholbeleid Nederland. Meer informatie vindt u op de website: www.ziendrinkendoetdrinken.nl.